Contact & Plan een afspraak

Anesthesie

Anesthesie is een verzamelnaam voor verschillende vormen van verdoving. Anesthesie wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat je geen pijn voelt tijdens de operatie. In de Helene Schweitzer kliniek maken we gebruik van vier soorten anesthesie: algehele anesthesie (narcose), spinale anesthesie (ruggenprik), plexusanesthesie (zenuwblokkade) en sedatie (roesje). Maar, voordat je een operatie ondergaat waarbij verdoving nodig is, spreken we je graag eerst op de preoperatieve screening.

Lees meer over de preoperatieve screening, nuchter zijn en anesthesie in onze folders.

Preoperatieve screening

De preoperatieve screening vindt voor de operatie plaats. Dit is vaak telefonisch, maar in sommige gevallen vragen we je om langs te komen op locatie Dordwijk. Tijdens de preoperatieve screening bepaalt de anesthesioloog door middel van een vooraf ingevulde vragenlijst en het gesprek welke vorm van anesthesie in jouw situatie het beste toegepast kan worden en welke voorbereidingen (bijvoorbeeld een hartfilmpje of bloedonderzoek) hiervoor nodig zijn. Zo weet jij gelijk waar je aan toe bent.

Nuchter zijn

Voor alle operaties moet je nuchter zijn. Dit betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Nuchter zijn verkleint de kans dat er tijdens de operatie maaginhoud in je longen terechtkomt. De anesthesioloog bespreekt voor de operatie vanaf welk tijdstip je niet meer mag eten en drinken. Als je nuchter moet zijn maar je bent dit niet, dan wordt de operatie vanwege dit veiligheidsrisico uitgesteld.

Algehele anesthesie

De meest bekende vorm van anesthesie is algehele anesthesie, ook wel narcose genoemd. Dit is een kunstmatige slaap die zo diep is dat je niets van de operatie merkt. Jonge kinderen krijgen een kapje op waardoor ze een slaapverwekkende damp inademen; bij volwassenen wordt een slaapmiddel ingespoten via het infuus. Als je onder narcose gaat, stop je met ademen en heb je beademing nodig. Daarom wordt een buisje ingebracht in de luchtpijp. De beademing vindt dan plaats via dit buisje. Van het inbrengen van het buisje merk je niets.

Spinale anesthesie

Spinale anesthesie is een vorm van een ruggenprik. Hierbij wordt het verdovingsmiddel door de anesthesioloog met een dunne naald ingespoten in de vloeistof rond het ruggenmerg in de onderrug. Hierdoor worden de zenuwsignalen geblokkeerd en voel je geen pijn in je onderlichaam. Ook worden de zenuwen die de beenspieren aansturen verdoofd. Je benen voelen daardoor slap en warm aan.

Van de operatie zelf zie je niks; alles wordt afgedekt met doeken. Na de operatie kan het een tot drie uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt.

Plexusanesthesie

Plexusanesthesie of zenuwblokkade is een plaatselijke verdoving die vaak wordt gebruikt bij operaties aan armen en benen. De anesthesioloog kijkt met een echoapparaat waar de zenuw loopt en prikt met een speciale naald tot vlak naast de zenuw. Zo kan het verdovingsmiddel op de goede plek ingespoten worden.

Zodra dit is ingewerkt, merk je dat je arm, hand of been slaperig wordt. Ook kunnen deze gaan tintelen of slap aanvoelen. De werkingsduur is afhankelijk van het ingespoten medicijn en varieert van drie tot soms 24 uur.

Sedatie

Bij sommige operaties krijg je een roesje, ook wel sedatie genoemd. Dit wordt vooral bij kleine ingrepen of onderzoeken toegepast. Bij sedatie wordt het bewustzijn door middel van medicijnen via het infuus verlaagd. Hierdoor kan je het onderzoek of de ingreep comfortabel ondergaan. Zodra je wakker wordt, kun je er waarschijnlijk niets van herinneren.

Een roesje kan ook gegeven worden samen met de ruggenprik of de zenuwblokkade.