Contact & Plan een afspraak

Incontinentie

Ongewild urineverlies of urine-incontinentie zorgt vaak voor schaamte en frustratie. Het is erg vervelend, maar in de meeste gevallen te verhelpen of sterk te verminderen. In de Helene Schweitzer kliniek staan onze specialisten voor je klaar om hier snel en serieus naar te kijken. Zodat jij weet waar je aan toe bent.

De onderzoeken om de diagnose urineverlies te stellen, vinden plaats in het Bekkenbodemcentrum. In het Bekkenbodemcentrum werkt een team van zorgverleners vanuit verschillende disciplines nauw samen om je zo goed mogelijk te helpen.

Verwijzing bij incontinentie

Heb je last van ongewild urineverlies? Maak dan een afspraak met je huisarts voor een doorverwijzing naar het Bekkenbodemcentrum.

Heb je al een verwijzing? Plan dan je afspraak!

Klachten en oorzaken

Bij urine-incontinentie kun je je plas niet ophouden of verlies je ongewild urine bij inspanning.

De oorzaken hangen af van de vorm van urine-incontinentie: inspanningsincontinentie of aandrangincontinentie. Bij inspanningsincontinentie kan je last hebben van lichamelijke veranderingen door een of meerdere bevallingen, een operatie in de onderbuik, een zwakke of te sterkwerkende bekkenbodemspieren of een oestrogeentekort. Bij aandrang incontinentie is overactiviteit van de blaas of zwakke bekkenbodemspieren vaak de oorzaak. Urineweginfecties, belemmering van urinelozing of blaasstenen kunnen soms ook de oorzaak zijn.

Onderzoek en diagnose

De specialist kijkt of je last hebt van inspanningsincontinentie of aandrangincontinentie en stelt vragen over je voorgeschiedenis, welke medicijnen je gebruikt en (indien van toepassing) hoeveel bevallingen je hebt gehad. De specialist kijkt bij lichamelijk onderzoek naar de buik en bij het inwendig onderzoek naar de spieren aan de onderkant rond de vagina. Misschien vraagt hij of je wilt hoesten of persen. De specialist kan de volgende onderzoeken doen: plasdagboek, urinetest, plastest, cystoscopie (inwendig onderzoek van de plasbuis en blaas), blaasfunctieonderzoek en luiertest.

Behandeling

De behandeling tegen urine-incontinentie kan door zowel een uroloog als een gynaecoloog worden uitgevoerd. Inspanningsincontinentie kan vaak behandeld worden met bekkenbodemtherapie. Als dit niet nodig is of geen verbetering geeft, dan kan een operatie in de meeste gevallen urineverlies verhelpen. Dit gebeurt door middel van een bandje dat gebruikt wordt om de urinebuis te ondersteunen. Dit kan met een TVT-operatie, een TVT-O-operatie of een mini-slingoperatie. Bij een TVT-operatie wordt het bandje via de vagina ingebracht en komt deze achter het schaambeen langs onder de huid net boven het schaambeen uit. Bij een TVT-O-operatie komt het bandje zijwaarts in de beenplooi uit. Ook is het mogelijk om bulkmateriaal (zoals siliconengel) te injecteren rondom de plasbuis. Hierdoor wordt de plasbuis wat dichtgedrukt en kunnen de slijmvliezen die zich in de plasbuis bevinden beter tegen elkaar aansluiten. Bij een mini-slingoperatie wordt het bandje inwendig gefixeerd, zodat er maar een sneetje in de vagina gemaakt hoeft te worden.

Aandrangincontinentie is op vier manieren te verhelpen: met bekkentherapie, medicijnen, botox en neuromodulatie. Botox zorgt ervoor dat er geen signalen meer worden doorgegeven van de zenuwen naar de spieren. Als botox in een spier wordt gespoten, kan die spier geen signaal meer ontvangen en wordt die spier daardoor verlamd. De blaas kan zich minder goed samentrekken en de aandrang om te plassen wordt minder. De werking van botox is zes tot twaalf maanden. Bij sacrale neuromodulatie worden lichte elektrische impulsen afgegeven aan de zenuwen in de onderrug. De klachten die je hebt, komen doordat de zenuwen verstoorde signalen doorgeven aan de hersenen. Bij sacrale neuromodulatie worden deze overstemd door goede signalen. Daardoor krijgen de hersenen weer de juiste signalen en krijg je je blaas (meer) onder controle. PTNS is een vorm van neurostimulatie. Hierbij worden met een dun naaldje stroomimpulsjes gegeven aan de lange beenzenuw in het onderbeen net boven de binnenzijde van het enkelgewricht. Via prikkeling van de onderbeenzenuw wordt ook de derde heiligbeenzenuw geprikkeld met hetzelfde effect voor de blaas. Dit heeft een ontspannende werking op de blaasspier.

Nazorg

Een operatie heeft als voordeel dat je klachten meestal verminderen of verdwijnen. De klachten kunnen daarentegen na een tijdje weer terugkeren. Daarnaast moet je voor veel operaties in verband met bekkenbodemproblemen rekenen op een herstelperiode van minimaal zes weken, maar soms ook langer. Wat bij jou van toepassing is, bespreek je van te voren met de specialist.

Ben je thuis, maar heb je nog vragen of ben je ongerust? Twijfel dan niet om contact met ons op te nemen. Wij zorgen voor je; òòk als je ons ziekenhuis al hebt verlaten

Meer informatie vind je op de website van het Bekkenbodemcentrum.

Dit team van specialisten staat voor je klaar

G.M. (Gatske) Nieuwenhuyzen - de Boer

Gynaecoloog

A.S. (Albert) Tjalsma

Gynaecoloog

H. (Helene) Kemmer

Uroloog

R. (René) Raaijmakers

Uroloog

R.M. (Reinder) Potjer

Uroloog

N. (Niels) Wondergem

Uroloog

M.Y. (Matthieu) van der Vlist

Gynaecoloog

J.S. (Jeltje) de Beij

Uroloog

L.C.A. (Rianne) Vink - van Os

Gynaecoloog

A.S.M. (Astrid) Vinkesteijn

Gynaecoloog

S. (Sabina) de Weerd

Gynaecoloog

H.G.M. (Marieke) Rijnsaardt - Lukassen

Gynaecoloog

S. (Sandra) Stekelenburg - de Vos

Gynaecoloog

N.B. (Nikkie) Swarte - Houbolt

Gynaecoloog

G.C.R. (Gretel) van Hoecke

Gynaecoloog

R. (Ralph) Niewenweg

Gynaecoloog

D.M.J. (Daniella) Oom

Gynaecoloog

B.M.C. (Bettina) Akerboom

Gynaecoloog

M. (Myrthe) Bandell

Gynaecoloog

M.E. (Marieke) den Hartog

Gynaecoloog